Consumenten waren in 2021 gemiddeld 2,7 procent meer kwijt voor hun producten dan een jaar eerder. Daarmee kwam de inflatie het afgelopen jaar op het hoogste niveau sinds 2003. Vooral de prijsontwikkeling van energie en motorbrandstoffen droeg bij aan het hoge percentage, meldt het CBS. 

 

Van 1,56 naar 1,82 euro

Terwijl consumenten het afgelopen jaar 16,2 procent meer betaalden voor benzine dan in 2020, lag de prijs van diesel zelfs 18,5 procent hoger. Een jaar eerder was benzine nog 5,2 procent goedkoper en diesel 8,8 procent goedkoper, stelt het statistiekbureau. “Waar een liter benzine in 2020 gemiddeld 1,56 euro kostte, steeg dit afgelopen jaar naar 1,82 euro. De prijs voor diesel nam toe van 1,24 euro naar 1,46 euro.”

De brandstofprijzen stegen in de eerste weken van januari overigens nog verder. Mede door de onrusten in Kazachstan vrezen investeerders voor problemen in de bevoorrading, laat het ANP weten. Kazachstan is een van de landen van het verbond OPEC+ waar landen van oliekartel OPEC, waaronder Saudi-Arabië en Irak, maar ook bondgenoten als Rusland en dus Kazachstan bij zijn aangesloten. De prijs van een vat Brentolie doorbrak zelfs de grens van 83 dollar per vat. Een liter diesel kost dinsdag al 1,766 euro. Dat is hoger dan de laatste piek in november vorig jaar.

Nog hoger in december

In december specifiek was de inflatie zelfs nog een stuk hoger dan het jaargemiddelde van 2,7 procent. De laatste 31 dagen van het jaar betaalden consumenten gemiddeld 5,7 procent meer. Dat is het hoogste percentage in tientallen jaren. De prijzen van energie gingen in die maand met maar liefst 75 procent omhoog.

Vorige week meldde het CBS nog dat de cao-lonen 2,1 procent waren gestegen in 2021. Daarmee ligt de stijging van de cao-lonen volgens voorlopige cijfers dit jaar 0,6 procentpunt lager dan de stijging van de consumentenprijzen.

Bron: rijschoolpro.nl