In 2020 zijn er 610 mensen omgekomen in het verkeer. Daarmee is het terugdringen van het aantal verkeersdoden tot maximaal 500 mislukt. De ambitie van de Nederlandse overheid is nul verkeersdoden in 2050, maar dit is politiek en beleidsmatig gezien te vrijblijvend. Sterker nog, het aantal verkeersdoden lag in 2019 hoger dan vier jaar eerder – het moment dat het kabinet besloot om van verkeersveiligheid een prioriteit te maken. Om het tij echt te keren is het noodzakelijk dat het kabinet doorpakt op zaken waar alleen de Rijksoverheid het verschil kan maken.

Dat is de oproep van de Veiligheidscoalitie, een samenwerkingsverband dat bestaat uit een tiental organisaties en partijen die zich bezighouden met veiligheid in het verkeer. In deze coalitie zitten bijvoorbeeld ANWB, verschillende gemeenten, Fonds Slachtofferhulp, de Fietsbond, KNV, SWOV en de TU Eindhoven. Zij deden in 2017 al een oproep aan het kabinet, wat leidde tot een nieuw Strategisch Plan Verkeersveiligheid (SPV) 2030 met negen waardevolle prioriteiten en substantiële investeringen volgden. Maar het is nog niet voldoende geweest, want het doel voor 2020 is niet behaald.

Drie oproepen

Hoewel het aantal dodelijke verkeersslachtoffers vorig jaar lager was dan in 2019, kwamen er nog steeds 610 mensen om. Bovendien raken jaarlijks inmiddels meer dan 21.000 mensen ernstig gewond. Dat is ruim 57 personen per dag. De maatschappelijke kosten van verkeersongevallen bedragen 17 miljard euro per jaar en de druk op de acute en langdurige zorg is groot.

Daarom komt de coalitie met drie concrete oproepen aan het nieuwe kabinet. Ten eerste moet het concrete doelstellingen formuleren. De coalitie wijst er bijvoorbeeld op dat het verkeer elk jaar minstens 11 procent veiliger moet worden om de ambitie van nul verkeersslachtoffers in 2050 waar te maken. Verder streven de Europese Unie en de Verenigde Naties naar een halvering van het aantal verkeersslachtoffers tussen 2021 en 2030. Nederland zou dit ook moeten willen.

SPV

Zulke concrete doelstellingen passen goed bij de effectieve en risicogestuurde aanpak van het Strategisch Plan Verkeersveiligheid (SPV); het zorgt voor meer urgentie en betere bijsturing. Dit geldt volgens de coalitie ook voor het werken met veiligheidsindicatoren voor een goed ingerichte (fiets)infrastructuur, veilige voertuigen en veilig gedrag.

“Een kabinet dat verantwoordelijkheid niet uit de weg gaat, zou een aantal duidelijke doelstellingen moeten formuleren. Bijvoorbeeld: in 2030 hoeft geen fietser de rijbaan te delen met gemotoriseerd verkeer dat daar 50 kilometer per uur mag. Of: in 2025 wordt élk ongeval met dodelijke afloop voldoende diepgaand onderzocht.”

Speerpunten

De coalitie heeft vijf prioriteiten vastgesteld, waarvan een nieuw kabinet speerpunten moet maken. Het gaat dan om verkeersveilige woonwijken, centra en fietspaden, veilig ingerichte doorgaande wegen en veilige voertuigen. Daarnaast moet het kabinet meer doen voor de veiligheid van ouderen in het verkeer én om afleiding tegen te gaan.

Het is cruciaal dat de Rijksoverheid een integrale visie ontwikkeld op verkeer in woonwijken, stads- en dorpscentra en op fietspaden. Ze moeten zich afvragen welke vervoerswijzen daar gestimuleerd dienen te worden en welke juist ontmoedigd. En op welke manier het dan mogelijk is om verkeer juist rondom deze stadscentra of woonwijken te leiden. “Zonder visie kun je geen duidelijk beleid voeren op de langere termijn, zonder duidelijk beleid slaag je er niet in om optimale winst boeken op álle publieke doelen.”

Veilige inrichting wegen

Veilig ingerichte doorgaande wegen zijn met name van belang vanwege het hoge aantal ongevallen hier met gemotoriseerd verkeer. De coalitie ziet het liefste dat provinciale wegen en rijkswegen voldoende breed zijn, bij voorkeur gescheiden rijrichtingen kennen en voorzien zijn van veilige, ‘vergevingsgezinde’ bermen. “Te vaak werden er in het verleden concessies gedaan aan de veilige weginrichting om redenen van functionaliteit, beperkte ruimte of geld. Aan deze ‘duurzame onveiligheid’ moet een einde komen.”

De wagenparken in Nederland zijn aan een update toe. Veel winst is te behalen bij bijvoorbeeld ADAS-systemen of ISA en duidelijke wetgeving en fiscale maatregelen. Ouderen kunnen naar verwachting veiliger op pad door de fiets- en loopinfrastructuur veiliger in te richten, terwijl effectieve verkeershandhaving afleiding kan voorkomen. Actieve handhaving moet prioriteit krijgen en innovatieve technieken moeten snel grootschalig worden ingezet.

Financiering

De verkeersveiligheid kan niet de dupe worden van besparingen, vindt de Verkeersveiligheidscoalitie. Er is een behoorlijk bedrag nodig: zeker 12 miljard euro extra in de komende dertig jaar. Tegelijkertijd wijst de coalitie op een berekening van het CPB dat investeren in verkeersveiligheid loont. Dit zorgt voor minder zorguitgaven, minder schade en er gaat minder productiviteit verloren.

Het is noodzakelijk dat het Rijk hier het voortouw in neemt, want deze middelen zijn momenteel niet voorzien. Het kan niet aan gemeenten worden overgelaten, aangezien zij al vaak kampen met tekorten door de decentralisatie in het zorgdomein. Maar: “Van alle overheidsuitgaven behoren bewezen effectieve investeringen in meer verkeersveiligheid tot de meest kosteneffectieve: iedere euro betaalt zich drie tot vier keer terug.”

Bron: rijschoolpro.nl