Dit doe je bij mist. Halveer je snelheid, verdubbel je afstand.
Mist in het verkeer is gevaarlijk. Logisch, want je kunt (veel) minder ver kijken. Soms is de mist zo dicht, dat je je voorganger niet eens ziet. Pas je snelheid aan en houd afstand is bij mist het eerste dat je doet. En je schakelt de juiste verlichting in.
Pas afstand en snelheid aan
Bij mist verdubbel je de afstand tot je voorganger en je halveert je snelheid. Hierdoor heb je veel meer tijd om te handelen als er iets onverwachts gebeurt, dat je laat ziet door gebrek aan zicht. Met dezelfde snelheid doorjakkeren in de veronderstelling dat anderen je wel zien is vragen om problemen.
Zet de juiste verlichting aan
Schakel de juiste verlichting in. Wordt overdag het zicht ernstig belemmerd, dan voer je dimlicht. ’s Avonds en ‘s nachts voer je uiteraard ook dimlicht.
Wanneer mag je nou eigenlijk je mistlampen gebruiken?
Dat mag alleen bij zeer dichte mist, oftewel bij minder dan 50 meter zicht mag het mistachterlicht (pas) aan. Aan de voorzijde mag je mistlampen aanzetten bij minder dan 200 meter zicht.
Zichtwaarde | Mistterm |
>6000m | — |
>1000m | nevel |
200 -1000m | mist |
50 – 200m | dichte mist |
<50m | zeer dichte mist |
Meer weten over mistlichten en andere verlichting?
Let op bij automatische verlichting
Bij veel moderne auto’s gaat de verlichting automatisch aan als het donker wordt. Veel bestuurders hebben de knop van het dimlicht daarom op de stand ‘automaat’ staan en rekenen er dan op dat het inschakelen onder alle omstandigheden vanzelf gaat. Bij tunnels is dat ook meestal geen probleem, want dan is het donker genoeg. Maar bij mist is het een ander verhaal. De sensor die ‘ziet’ of het donkerder wordt en dan het dimlicht aan en uit doet, herkent mist niet. Zet bij mist het dimlicht dus altijd handmatig aan.
Video: Wanneer moeten mistlampen wel en niet aan?
Geef een reactie