We gaan de donkere avonden tegemoet en veel mensen vinden rijden in het donker eng. Je ziet weinig, bent moe misschien, het regent ook nog. Met deze acht tips wordt het gemakkelijker en veiliger.

 

Tips om veilig te rijden in het donker

  1. Laat je ogen even wennen
    Als je vanuit een verlicht huis – of kantoor – direct de auto instapt, zijn je ogen nog aan het licht gewend. Laat ze even een paar minuten aan het donker wennen voordat je gaat rijden.
  2. Niet te moe aan beginnen, en neem de tijd
    Zorg dat je uitgerust bent. In het donker rijden vergt meer concentratie en energie dan op klaarlichte dag. Neem daarom de tijd. Als een stuk van de weg niet goed zichtbaar is: neem gas terug. Ga je rustig een afrit of bocht in, dan heb je meer tijd om te corrigeren.
  3. Zorg voor licht
    Kies routes waar de wegen goed verlicht zijn. Ook heel belangrijk: check altijd de koplampen van je eigen auto. Groot licht mag je gebruiken in het donker, behalve als je een tegenligger ontmoet of een ander voertuig op korte afstand volgt. Pas op dat je anderen niet met je groot licht verblindt.
  4. Zorg voor schone ruiten
    Het lijkt ’s nachts misschien onbelangrijk, maar dat is het juist niet: schone voorruiten. Met vuile ruiten zie je in het donker namelijk nog minder. Vooral als de binnenkant vies is, kunnen reflecties van straatverlichting of andere auto’s je beeld vertekenen.
  5. Zet de verwarming niet te hoog
    Door warmte raak je versuft, zo kun je de concentratie verliezen. Als het buiten fris is en je wilt toch verwarming, kun je deze beter op je voeten richten dan op je borst. Ook belangrijk: zorg voor frisse lucht in de auto.
  6. Blijf de regels volgen
    Oké, klinkt logisch. Maar automobilisten hebben de neiging om als het rustig is, harder en minder voorzichtig te rijden. Zo is de kans op een ongeluk groter. Hoe stil de weg ook is, houd verkeersregels in acht. Rijd niet te snel, houd extra rekening met andere weggebruikers die mogelijk net als jij minder zien. Tot slot: houd iets meer afstand in het donker dan je overdag doet.
  7.  Kijk niet in andermans koplampen
    Als je in een fel licht kijkt, kun je een paar seconden verblind raken, dat is gevaarlijk. Om dit te voorkomen, focus je op je eigen weghelft. De binnenspiegel van je auto kun je op anti-verblindstand zetten. Test niet alleen je koplampen, maar ook je ogen: als je last hebt van (lichte) nachtblindheid kan een speciale nachtbril een oplossing zijn.
  8. Tot slot: LAAT DIE TELEFOON UIT! 
    Het moet altijd, maar zeker in het donker: de telefoon op stil, wegleggen of uitzetten. Gebruik de mono-app, laat de telefoon in je tas zitten of verzin iets anders waardoor je er niet op kijkt tijdens het rijden. Op een donkere, regenachtige avond heb je echt, nog meer dan overdag, je aandacht op de weg nodig.

Goed om te weten:
Als je dagrijverlichting hebt, moet je in het donker zelf het dimlicht aanzetten. Anders zijn je achterlichten namelijk niet aan. En let op: wanneer de dashboardverlichting brandt, wil dit niet zeggen dat de voor- en achterverlichting aan is. Bij moderne auto’s brandt dashboardverlichting vrijwel altijd en niet zoals eerder alleen wanneer je je licht inschakelt.

Bron: https://www.anwb.nl/verkeer/veiligheid/veilig-rijden-in-het-donker?