Veel mensen worstelen in het verkeer met de voorrangsregels. Voorrang verlenen betekent: betrokken bestuurders in staat stellen ongehinderd hun weg te vervolgen. Wanneer moet je bijvoorbeeld een voetganger voor laten gaan en hoe zit het ook alweer met die onverharde weg? Een overzicht van de voorrangsregels en -borden.
1. Rechts heeft voorrang, met uitzonderingen
Bestuurders verlenen voorrang aan van rechts komende bestuurders. Er zijn een aantal uitzonderingen.
- Bestuurders op een onverharde weg verlenen voorrang aan bestuurders op een verharde weg.
- Bestuurders verlenen voorrang aan een tram.
- Alle weggebruikers moeten bestuurders van een voorrangsvoertuig voor laten gaan.
- Bestuurders die afslaan, moeten het verkeer voor laten gaan dat hun op dezelfde weg tegemoetkomt of dat zich op dezelfde weg naast, links of rechts dicht achter hen bevindt, voor laten gaan. Dit noemen we ‘rechtdoor op dezelfde weg gaat voor’.
Wanneer moet je een voetganger voor laten gaan? Een voetganger is een zogenaamde zwakkere verkeersdeelnemer; hij is geen bestuurder, maar wel een weggebruiker. Bestuurders moeten voetgangers die oversteken of op het punt staan dit te gaan doen, voor laten gaan. De boete voor het niet voor laten gaan is in 2022 € 410. Wil je als voetganger rechtdoor terwijl een bestuurder afslaat, dan moet de bestuurder je voor laten gaan.
Lees meer over voorrang voor voetgangers
3. Voorrang fietsers
Hoewel fietsers net als voetgangers als zogenaamde zwakkere verkeersdeelnemers worden aangeduid, zijn zij toch bestuurders. Voor hen gelden dezelfde voorrangsregels als voor elke andere bestuurder.
Meer over voorrang voor fietsers
4. Voorrang op kruispunten en rotondes
Er zijn verschillende soorten kruispunten. Er zijn kruispunten met verkeerslichten, -borden en -tekens die regelen welke bestuurder voorrang moet verlenen en waar je een weggebruiker voor moet laten gaan. Dit noem je ongelijkwaardige kruisingen. Hieronder valt ook een kruising van een verharde (klinkerpad) en een onverharde weg (een zandpad). Bestuurders op de onverharde weg verlenen voorrang aan bestuurders op de verharde weg, ook als die bestuurders van links komen.
Op een gelijkwaardig kruispunt staat niets aangegeven. Hier gelden de gewone verkeersregels:
- Bestuurders moeten voorrang verlenen aan bestuurders van rechts.
- Bestuurders die afslaan, moeten het verkeer dat hun op dezelfde weg tegemoetkomt of dat zich op dezelfde weg naast, dan wel links of rechts dicht achter hen bevindt, voor laten gaan.
- Bestuurders die naar links afslaan, moeten tegemoetkomende bestuurders die op hetzelfde kruispunt naar rechts afslaan voor laten gaan. Dit noemen we ‘korte bocht gaat voor lange bocht’.
Lees meer over voorrang op kruispunten
Voorrang op een rotonde
Voorrang op een rotonde wordt over het algemeen door borden en haaientanden geregeld. Haaientanden betekenen: De bestuurder moet voorrang verlenen aan bestuurders op de kruisende weg. Is dat niet zo, dan geldt de regel: rechts gaat voor.
Lees meer over voorrang op een rotonde
5. Voorrangswegen
Er bestaan voorrangswegen en voorrangskruisingen. Wanneer je een voorrangskruising nadert, dan herken je deze aan een driehoek met een rode rand. Hierin staat een zwarte balk met een dwarsbalkje (bord B3, B4 en B5). Bestuurders op de kruisende weg zien een omgekeerde witte driehoek met een rode rand (bord B6). De betekenis is: verleen voorrang aan bestuurders op de kruisende weg. Bord B6 staat ook bij kruisingen met een voorrangsweg. Een voorrangsweg herken je aan bord B1, een witte ruit met daarin een geel vlak.
6. Voorrang tram en bus
De tram heeft een uitzonderlijke positie in het verkeer. Bestuurders moeten voorrang verlenen aan (bestuurders van) een tram. Trambestuurders hoeven bij het afslaan bestuurders die rechtdoor gaan op dezelfde weg niet voor te laten gaan. En ook ‘de korte bocht gaat voor lange bocht’, geldt niet voor een trambestuurder. Zij moeten zich wel houden aan alle verkeersborden en -lichten. Dus bij haaientanden moet de trambestuurder voorrang verlenen aan bestuurders op de kruisende weg.
Voor de bus gelden over het algemeen dezelfde regels als voor alle andere bestuurders. Uitzondering hierop is als een bus wegrijdt bij een halte binnen de bebouwde kom. Binnen de bebouwde kom moeten bestuurders aan buschauffeurs de gelegenheid geven van een bushalte weg te rijden op het moment dat hij met zijn richtingaanwijzer aangeeft dat hij weg wil rijden. Buiten de bebouwde kom moet de bus wachten.
Voor de tram en bus geldt: als jij als weggebruiker verhindert dat de passagiers niet normaal kunnen in- en uitstappen, riskeer je een boete van € 250.
7. Voorrang bijzondere verrichtingen auto
Bestuurders die een bijzondere manoeuvre uitvoeren zoals wegrijden, achteruitrijden, vanaf een uitrit de weg oprijden, van een weg een inrit oprijden en keren, moeten het overige verkeer voor laten gaan.
8. Voorrang tijdens in- en uitvoegen
Van de invoegstrook de doorgaande rijbaan oprijden, van de doorgaande rijbaan de uitrijstrook oprijden en van rijstrook wisselen, vallen ook alle drie onder bijzondere manoeuvres. In- en uitvoegers moeten het verkeer op de andere rijstrook voor laten gaan. Het tegelijk in- en uitvoegen op een rijstrook noemen we ‘weven’. Omdat in- en uitvoegen allebei bijzondere manoeuvres zijn, moeten beide bestuurders elkaar voor laten gaan. Het is daarmee een beleefdheidskwestie en dat is vaak lastig. Wat kun je aanhouden? Meestal gaat de uitvoeger eerst, omdat die een hogere snelheid heeft.
Boetes geen voorrang verlenen
Als je geen voorrang verleent en ‘gepakt’ wordt, moet je flink in de buidel tasten. Geef je bijvoorbeeld geen voorrang aan verkeer van rechts of aan een tram, dan betaal je een boete van € 250.
Voorrangsregels in het buitenland
Ga je met de auto Europa door of ben je van plan in het buitenland een auto te huren, check dan voordat je weggaat welke verkeers- en voorrangregels er in de betreffende landen gelden. In de meeste landen kunnen Nederlanders prima uit de voeten en in heel Europa geldt net als in Nederland: rechts heeft voorrang.
Opvallende verschillen zijn er bijvoorbeeld in de aanduiding van een voorrangsweg. Zo heeft Frankrijk geen haaientanden, maar dikke witte blokken en ligt er in Spanje en Duitsland een dikke witte streep op de weg als je een voorrangsweg nadert. In de bergen heeft meestal stijgend verkeer voorrang op het dalend verkeer, maar het voertuig dat het makkelijkst uit kan wijken, gaat aan de kant.
Lees je dus goed in de verkeersregels per land en riskeer geen (hoge) boetes. Kijk in onze landeninformatie voor de verkeersregels van jouw vakantieland.
Verkeersborden voorrang
Welke voorrangsverkeersborden zijn er? De bekendste zijn wel het voorrangskruispunt bord: de omgekeerde witte driehoek met rode rand (‘pas op, je nadert een voorrangsweg en jij moet dus voorrang verlenen’) en de witte ruit met oranje rand (‘je rijdt op een voorrangsweg’). Hieronder een overzicht van alle voorrangsborden.
Over de laatste twee: het ronde bord geeft aan dat zwart – jouw tegenligger – voorrang heeft, het blauwe bord geeft aan dat jij (wit) voorrang hebt.
Bron: https://www.anwb.nl/verkeer/veiligheid/verkeersregels/voorrang
Geef een reactie