Gepubliceerd op 29-04-2020

Negen van de tien rijscholen maken gebruik van een of meerdere steunmaatregelen. Sinds het verbod op rijles is ingegaan, is de omzet vrijwel volledig weggevallen. Toch heeft bijna 80 procent van de sector er vertrouwen in dat zijn of haar onderneming de coronacrisis doorstaat. Wel moet de lesprijs omhoog als er straks weer mag worden gelest, vindt de branche. Het blijkt uit een onderzoek van RijschoolPro over de gevolgen van de coronacrisis.

RijschoolPro hield een enquête over de gevolgen van de crisis. Welke steunmaatregelen bieden soelaas? En is de steun voldoende om deze periode door te komen? Hoe moet het straks verder in de anderhalvemetersamenleving?

De enquête werd bijna 1.200 keer ingevuld. Het grootste deel van de respondenten is zelfstandig rijinstructeur, namelijk 77 procent. De rest heeft een bedrijf met 1 tot 10 medewerkers (17 procent) of 11 tot 100 medewerkers (5 procent). Bijna alle respondenten geven les in de auto, maar ook rijscholen voor andere rijbewijzen zoals de motor, vrachtwagen en bus zijn goed vertegenwoordigd.

Omzet weggevallen

De omzet van rijscholen is met gemiddeld 96 procent afgenomen. Geen verrassing, sinds het beroepsverbod op 23 maart is ingegaan mag er geen rijles meer gegeven worden. Voor wie wel in de rijschoolsector werkt, maar geen praktische rijlessen verzorgt is de omzet met gemiddeld 84 procent afgenomen.

Andere werkzaamheden

Ondanks het feit dat lessen nu even niet kan, zitten rijschoolhouders en instructeurs niet stil. Een kwart van de respondenten geeft aan het wagenpark momenteel onder handen te nemen. Eén op de vijf ondernemers in de sector is druk met het herzien van de website en social media. Online theorieles wordt niet veel gegeven, slechts door 6 procent van de respondenten. De simulator wordt momenteel nog bij 1 procent van de rijscholen ingezet. Andere bezigheden die nog doorlopen binnen de rijschool op dit moment: de administratie, het volgen van bijscholing, lesplannen ontwikkelen en/of herzien.

10 procent van de respondenten geeft aan ander (vrijwillig) werk te doen zolang de lesauto stilstaat. Een greep uit de werkzaamheden: klusjesman, in het transport, buschauffeur, mantelzorger, vrijwilligerswerk zoals boodschappen doen voor kwetsbare mensen, bezorgen voor een apotheek, lasser, coach, schilder en magazijnwerk.

Steunmaatregelen

Negen van de tien rijscholen maakt gebruik van een of meerdere steunmaatregelen. De TOZO-regeling wordt door bijna zeven op de tien ondernemingen gebruikt. De NOW-regeling waarbij een deel van de personeelskosten worden overgenomen wordt door 15 procent van de branche gebruikt. De TOGS, de regeling waarbij 4.000 euro wordt uitgekeerd voor vaste lasten, is door de helft van de rijschoolsector aangevraagd.

Toch zegt ook zegt 14 procent geen gebruik te maken van de steunmaatregelen, dit zijn hoofdzakelijk eenmanszaken die autorijles geven. Ongeveer één op de tien bedrijven zegt afscheid te moeten nemen of hebben genomen van personeel.

Over de TOGS wordt opgemerkt dat 4.000 aan vaste lasten voor een rijschool relatief veel is. Een getrapt bedrag, gebaseerd op bijvoorbeeld omzet, vinden veel rijschoolhouders een logischer alternatief. “Zou het niet eerlijker zijn om de regeling zo te maken dat de vaste lasten tot een maximum van 4.000 euro vergoed worden? Het lijkt erop dat de belangen van de grote rijscholen wel gezien worden, maar dat de eenmanszaak in de kou blijft staan.”

Vertrouwen

De sector kan de huidige situatie nog gemiddeld 4,5 maand volhouden voordat ze door de reserves heen zijn. Daar zitten echter wel uitschieters naar boven of beneden bij. Waar de ene onderneming nog twaalf maanden overeind blijft, staat bij de ander het water nu al aan de lippen. Toch heeft meer dan 80 procent van de sector er vertrouwen in dat zijn of haar onderneming de coronacrisis doorstaat.

Lesprijs

Als er straks weer gelest kan worden, moet de lesprijs omhoog. De prijs zal echter niet significant verhoogd worden. De branche geeft aan te verwachten dat de prijs voor 60 minuten rijles gemiddeld met 3 euro zal stijgen. Als reden voor de stijging worden de extra kosten en uren genoemd die gemaakt worden om te voldoen aan de maatregelen die waarschijnlijk zullen gelden in de ‘anderhalvemetersamenleving’. “Als je niet langer met een leerling in de auto de volgende op kunt halen, heb je minder leerlingen en dus omzet op een dag.”

Bron: rijschoolpro.nl